Het is tegenwoordig een onuitgesproken feit, maar mensen verwachten van kersverse ouders dat ze op een roze wolk leven. Dat lijkt toch maar ‘normaal’ nadat je zo lang hebt uitgekeken naar de komst van je kleintje. Dus om commentaar van buitenstaanders te vermijden denken vele ouders dat ze de schijn hoog moeten houden.
Maar lang niet alle ouders leven op een roze wolk als hun kleintje van zich laat horen. Een kind krijgen is een ingrijpende verandering. Je dagstructuur is helemaal anders en je relatie krijgt een compleet nieuwe betekenis. Ook weet je niet of je kindje goed zal slapen of veel van jouw lichaamswarmte nodig heeft. Zal hij goed drinken? Zal zij last hebben van reflux? Dat zijn allemaal vragen waar je op voorhand geen antwoord op zult krijgen.
Waarom zouden we naar de buitenwereld een picture perfect moeten voorschotelen? Waarom zouden we niet mogen toegeven dat niet altijd alles van een leien dakje gaat?
Maar daar blijft het ook niet bij. Als ouder voel je ook de drang om alles perfect te doen. En dat kan ik alleen maar bevestigen. Ik ben ook één van die ouders. Toen Ruby geboren werd voelde ik een soort ‘oer’-drang om alles perfect te doen. Want ik wou en wil nog steeds niet dat mensen mij scheef gaan bekijken omwille van mijn keuzes en beslissingen. Maar na 17 maanden moederschap heb ik dat ook wel al leren relativeren. Want ik weet ook dat geen enkele ouder perfect is en fouten maakt. Toch is iedere moeder perfect op haar eigen manier. Zolang wij het beste voor ons kind overhebben en hen alle mogelijk kansen aanbieden, zijn wij perfecte ouders.
Uit die drang om alles perfect te doen groeit een soort van faalangst. Want als niets gaat naar je verwachtingen en bepaalde zaken met je kind niet van een leien dakje lopen, ga je als ouder vaak denken dat je faalt. In mijn geval was dat Ruby geen negen maanden in mijn buik kunnen houden, haar niet kunnen opwarmen als ze net uit haar badje kwam, haar niet kunnen troosten als we naar de winkel gingen,… En al die vormen van ‘falen’ hebben ertoe geleid dat ik me thuis met haar opsloot en continue aan mezelf begon te twijfelen.
Het beste dat we in dat geval kunnen doen is ons niet proberen vast te pinnen op die maatschappelijke beelden van ‘correct opvoeden’. Want uit mijn ervaring heb ik al geleerd dat er niet zoiets bestaat als de perfecte opvoeding.
Ik ben geen slechte moeder omdat ik mijn dochter af en toe sap laat drinken, een koek geef, mijn stem verhef als ze iets fout doet, zo weinig mogelijk studio 100 toelaat, nog geen poppen voor haar heb gekocht, haar soms laat huilen in bed als ze niet onmiddellijk wil slapen,…
En andere ouders zijn geen slechte ouders omdat zij wél hun kind bij hen in bed laten slapen, suiker afweren, heel het huis kindvriendelijk maken, een overdaad en overaanbod aan speelgoed hebben, hun dochters als poppen aankleden,…
Iedere ouder zijn opvoeding is meer dan oké! En wij zijn allemaal perfecte ouders zolang we ons blijven inzetten voor ons kind, er onvoorwaardelijk van blijven houden en het beste met hen voor hebben.